Bij Sif gaat er vanaf 2025 een nieuwe wind waaien

Sif, fabrikant van funderingen voor windmolens op zee, staat aan de vooravond van een volgende episode in de lange geschiedenis van het bedrijf. Met de nieuwe, grote fabriek, die volgend jaar operationeel wordt, kan het nog bredere funderingen maken. Daarmee heeft het bedrijf een unieke positie in deze groeimarkt en zou de winst omhoog moeten knallen. 

Sif is opgericht in 1948 als fabrikant van dikke, stalen buizen, die aanvankelijk vooral werden gebruikt voor constructies voor de winning van olie en gas op zee. Vanaf het jaar 2000 maakt Sif al zogeheten ‘monopiles’, funderingen voor windmolens. Doordat de investeringen in de olie- en gasmarkt terugvielen, richt Sif zich tegenwoordig uitsluitend op de offshore windenergiemarkt. Buitens China is Sif de grootste speler tezamen met het Duitse EEW. We praten dan over een marktaandeel van circa 40%. Naast monopiles maakt Sif ook zogeheten transitiestukken, verbindingen tussen de fundering, de mast en de windturbine. Voorts verricht het allerlei marshalling, oftewel logistieke activiteiten voor derden. Al enkele jaren geleden zag Sif de noodzaak tot de bouw van een nieuwe, veel grotere fabriek om de vraag naar steeds grotere monopiles aan te kunnen. Na veel wikken en wegen en met de hulp van een gedegen financiering, waarbij ook klanten voorfinancierden, zal de nieuwe fabriek op de Maasvlakte begin volgend jaar operationeel zijn. Sif kan dan monopiles maken met een doorsnede van 11,5 meter voor windmolens die 15-18 megawatt kunnen leveren. In de bestaande fabriek in Roermond kunnen monopiles worden gemaakt van 8,5-9 meter doorsnede. Vanaf volgend jaar zal maar liefst 80% van de marktvraag uitgaan naar die grotere monopiles. Sif is dan de enige speler in de markt die deze monopiles op grote schaal kan produceren. Het doel is 200 stuks per jaar.