Beleggen in opties

Beleggen in opties

Het beleggingsinstrument ‘optie’ behoort tot de derivaten. Wat inhoudt dat het zijn waarde ontleent aan een ander product. U kunt beleggen met opties, maar wat zijn dat precies? En als u gaat beleggen met opties, wat zijn dan uw opties? Wij geven hier voorbeelden, laten u zien hoe u opties kunt waarderen, maar ook hoe u de optiepremie kunt berekenen. 


Alles over het beleggen in opties


Wat zijn opties?

Een optie geeft het recht om tegen een vooraf vastgestelde prijs binnen een vooraf vastgestelde periode de onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandeel of obligatie) te mogen kopen (call) of verkopen (put). Vertaald naar bovenstaand voorbeeld van het (ver)kopen van een huis, staat er het volgende: een optie geeft het recht om tegen de vooraf afgesproken prijs van het huis binnen een maand het huis te mogen kopen of verkopen.

Degene die nu denkt dat door het smijten met geld op de effectenbeurs snel geld valt te verdienen, heeft het mis. Dat staat namelijk gelijk aan gokken. U kunt niet in opties beleggen, dit om de simpele reden dat opties tijdgebonden zijn. Gokkers op de optiebeurs zijn over het algemeen nog sneller weg dan dat ze gekomen zijn. Opties moet men leren begrijpen, want dat is de enige juiste weg om opties in te zetten binnen het de belegger in plaats van dat de belegger voor de opties aan het werk is. 

Verschillende soorten opties

Wij onderscheiden twee soorten opties: een call-optie en een put-optie. 

1. Call-optie kopen

Een call-optie is een recht om tijdens of op een van te voren vastgestelde datum (expiratiedatum) de onderliggende waarde tegen een van te voren vastgestelde prijs (uitoefenprijs) te kopen. De waarde van een optie noemen we de optiepremie. 

Wanneer aan het eind van deze van te voren vastgestelde datum (bij expiratie) van de optie de handelsprijs van de onderliggende waarde onder de uitoefenprijs ligt van de betreffende optie, zal deze optie waardeloos aflopen. Men kan immers de onderliggende waarde op de beurs goedkoper kopen dan voor de afgesproken prijs. Indien de prijs echter hoger ligt dan de uitoefenprijs, zal de optiehouder zijn rechten uitoefenen. 

2. Put-optie kopen 

Een put-optie is een recht om tijdens of op een van te voren vastgestelde datum (expiratiedatum) de onderliggende waarde tegen een van te voren vastgestelde prijs (uitoefenprijs) te verkopen. Ook hiervoor betaalt men premie. 

Wanneer aan het einde van deze van te voren vastgestelde datum (wederom bij expiratie) van de optie de handelsprijs van de onderliggende waarde boven de uitoefenprijs ligt, zal ook deze optie waardeloos aflopen. Men kan immers de onderliggende waarde op de beurs duurder verkopen dan de van te voren vastgestelde prijs. Ligt de prijs echter lager dan de van te voren vastgelegde prijs, dan zal de optiehouder zijn rechten uitoefenen. 

Beleggen met opties: een voorbeeld

Degene die al een tijdje op zoek is naar een huis, kan zijn geluk niet op wanneer eindelijk het huis is gevonden dat mogelijk voldoet aan al zijn wensen. Een verstandig mens laat een makelaar onderzoek doen voor tot aankoop wordt overgegaan. U gaat ook goed bekijken wat de financiële mogelijkheden zijn. Dat kost tijd, en in die periode loopt u het risico dat dit huis aan uw neus voorbij gaat.

Om dit te voorkomen kan aan de verkoper het eerste recht gevraagd worden om dit huis te komen kopen. De verkoper gaat akkoord voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor een periode van een maand. Er is hiermee een koopoptie ontstaan op dit huis. Indien u besluit na een aantal weken het huis te kopen, zal bij eerste afroep (Engels: ‘call’) de koop tot stand komen. 

Het is een bekende situatie die voor veel mensen begrijpelijk is. Toch zit er ook iets onbegrijpelijks aan deze situatie, namelijk dat de verkoper nooit geld (premie) vraagt voor de optie, terwijl hij wel risico loopt. De verkoper kan immers het huis een maand lang niet zomaar aan een ander verkopen. Wat nu als in die maand de huizenprijzen flink stijgen of dalen? 

Eigenlijk werkt het met opties op de beurs precies hetzelfde. Het enige verschil met het hier gegeven voorbeeld, is dat u op de beurs wel een premie betaalt.

Handelen in opties

Elke optietransactie kent in de basis twee partijen: een koper en een verkoper. Beide partijen kunnen zowel particulieren als bedrijven zijn. De koper betaalt voor de optie een premie aan de verkoper. De verkoper wordt in beursjargon de schrijver van de optie genoemd. Wanneer de koper van de optie een recht heeft, betekent dit automatisch dat de verkoper de verplichting heeft aan de wens van de koper te voldoen. 

Een optie is een plicht om tegen een van te voren vastgestelde prijs binnen een van te voren vastgestelde periode de onderliggende waarde te moeten kopen (geschreven putoptie) of verkopen (geschreven calloptie), mits de koper zijn recht uitoefent. 

Opties verkopen mag dan ook niet zomaar. De tegenpartij wil immers enige zekerheid hebben dat aan de verplichtingen kan worden voldaan. Hiervoor is de margin-verplichting in het leven geroepen. 

Opties waarderen

Het is onmogelijk om de exacte prijs van een optie te bepalen, als er onzekerheid bestaat over het verloop van de onderliggende waarde in de toekomst. Om met deze onzekerheid om te gaan, maakt men een inschatting van de volatiliteit van de onderliggende waarde, ongeacht de richting van de beweging. 

Black & Scholes model of binomiaal rekenmodel

Overige variabelen die van belang voor de prijsbepaling van opties zijn, zoals hiervoor toegelicht, concreter en vaak bekend. Met behulp van het Black & Scholes rekenmodel of een binomiaal rekenmodel kan men de prijs van een optie bepalen. De prijs blijft echter het resultaat van de variabelen die men gebruikt in het model. De prijs kan derhalve nooit exact vooraf bepaald worden, omdat deze variabelen slechts schattingen zijn die bij elke optiehandelaar kunnen verschillen.

Optiepremie berekenen

Uiteindelijk komt door de volgende variabelen de optiepremie tot stand:

  1. Looptijd
  2. Uitoefenprijs versus prijs onderliggende waarde
  3. Rentestand
  4. Verwachte volatiliteit
  5. Tussentijdse cashflow uit onderliggende waarde

1. Looptijd 

Hoe langer de looptijd, hoe groter de kans dat een bepaalde onderliggende waarde een grote beweging laat zien en hoe sneller de optie veel (of weinig) geld waard gaat worden. Daarom zijn opties met een langere looptijd altijd duurder dan kortlopende opties, behoudens bijzondere situaties.

2. Uitoefenprijs versus de prijs van de onderliggende waarde

Hoe kleiner het verschil tussen de uitoefenprijs (ook wel strike genoemd) en de koers van de onderliggende effecten is en hoe groter het risico is, des te hoger de verwachtingswaarde bovenop de intrinsieke waarde in de optiepremie zal zijn. Deze variabele is erg bepalend.

3. Rentestand

Voor de cash flows die samenhangen met de optie positie en het afdekken van de risico’s, is de rentestand van groot belang; zeker voor opties met langere looptijden.

4. Verwachte volatiliteit 

Hoe beweeglijker, lees: meer volatiel, de waarde van de onderliggende waarde, hoe groter de kans dat de optie veel (of weinig) geld waard zal worden. De hoogte van de verwachte toekomstige volatiliteit is een van de belangrijkste variabelen die van invloed is voor professionele optiehandelaren. De verwachte volatiliteit kan sterk fluctueren en verschilt per uitoefenprijs, looptijd en natuurlijk per onderliggende waarde.

5. Tussentijdse cash flows uit de onderliggende waarde 

Het uitkeren van eventueel dividend heeft betrekking op de prijs van de onderliggende waarde in de toekomst en heeft een grote impact op de waardering van de opties. Vooral bij opties met langere looptijden en meerdere dividenduitkeringen is dit aspect van groot belang. Professionele optiehandelaren maken inschattingen van toekomstige dividendstromen.

Waarom zou u in opties handelen?

Opties zijn een geweldig beleggingsinstrument. Waarom? Opties zijn namelijk op veel manieren te gebruiken. De meest voorkomende manieren zijn:

  1. Als verzekering
  2. Als beperkte verzekering en winstgenerator
  3. Als winstgenerator

1. Als verzekering

Een belegger die 1000 aandelen Beursgenoten voor € 20 heeft gekocht, kan zich verzekeren tegen een koersdaling. Hij kan zich gedeeltelijk verzekeren of geheel. Om de aandelenpositie geheel te verzekeren kan de belegger een putoptie aanschaffen. Hij koopt het recht het betreffende aandeel voor een bepaalde prijs te mogen verkopen; bijvoorbeeld voor de prijs van € 20. Omdat de belegger echter een premie voor de optie betaalt, is de optieprijs het risico, of beter gezegd, de verzekeringspremie. Theoretisch kan dat ook opgelost worden, namelijk door een deep-in-the-money putoptie te kopen. In de prijs van deze optie zit nagenoeg geen verwachtingswaarde. Het risico is dan nihil. Het duurt alleen wel erg lang voordat er winst wordt gemaakt, want als het aandeel stijgt, neemt de waarde van de putoptie af. Wat we vaak zien is dat de belegger zich indekt tegen een iets lagere koers. In ons voorbeeld zou dat bijvoorbeeld de putoptie zijn met een uitoefenprijs van € 19,50. Er wordt nog wel enig risico gelopen, maar dat risico is wel beperkt. Mocht de koers van het aandeel stijgen, dan verliest de belegger niet al te veel aan de koop van de putoptie, de verzekeringspremie zeg maar. Er wordt dus ook eerder winst gemaakt.

2. Als beperkte verzekering en tegelijkertijd winstgenerator

Dit kan door callopties te schrijven op de aandelen. De ontvangen premie is de risicodekking dan wel het extra rendement.

3. Als winstgenerator

De belegger wil het aandeel Beursgenoten niet voor niets kopen. Hij verwacht dat dit aandeel gaat stijgen van € 20 naar € 23 op een termijn van twee maanden. Hij kan de aandelen kopen, maar zou tegen een geringere investering ook callopties kunnen kopen met een looptijd van tenminste drie maanden. De belegger kan besluiten callopties te kopen voor hetzelfde aantal als hij de aandelen gekocht zou hebben. Omdat de investering echter geringer is kan de belegger, mits hem dit past, ook iets meer risico nemen en wat meer callopties kopen. Door de hefboomfactor is het resultaat vele malen hoger. Bij dit soort beleggingen dient de belegger zich wel te realiseren dat de koers van de onderliggende waarde ook de tegengestelde richting op kan gaan. Wanneer de koersen tegen de beleggingsvisie indraaien, kan de belegger ook zijn gehele inleg verliezen! Immers wanneer de koers tot het einde van de looptijd van de calloptie onder de verloren, terwijl de belegger bij een investering in aandelen minder verlies had geleden. Bovendien is een belegging in aandelen niet aan tijdgebonden, zodat de aandelen op termijn eventueel weer hadden kunnen stijgen.



Lees meer over: beleggen in aandelen, beleggen in preferente aandelenbeleggen in obligaties, beleggen in derivaten, beleggen in opties, beleggen in warrants, beleggen in turbo'sbeleggen in vastgoed of vastgoedfonds, beleggen in beleggingsfonds, duurzaam beleggen, beleggen in goud, beleggen in zilver, beleggen in oliebeleggen in windenergie, beleggen in bitcoin, defensief of offensief beleggenzelf beleggen of beheerd beleggen?, vermogensbeheer